Wat doen we straks met de Goudse glazen?

Kunsthistoricus Thijs Weststeijn verbaasde zich over de geringe aandacht die zijn collega’s en erfgoedprofessionals schenken aan de gevolgen van de klimaatverandering. Hij besloot daarom zelf een boek te schrijven: De toekomst van het verleden. Jephta Dullaart sprak met hem.

U bent gespecialiseerd in oude schilderkunst. Vanwaar uw belangstelling voor de impact van de klimaatverandering?
Thijs Weststeijn: “Al sinds de jaren 1990 leid ik mensen rond op historische locaties, bijvoorbeeld het Paleis op de Dam in Amsterdam. Mensen wilden vaak van mij weten hoe lang dit gebouw nog zou blijven bestaan. Ik vond dit altijd een naïeve vraag, maar het is een uiterst relevante vraag geworden. We gaan er veel te makkelijk vanuit dat we ons erfgoed door slimmere technieken en meer kennis beter kunnen beschermen tegen verval. Dat is helemaal niet vanzelfsprekend, wat ik me pas echt realiseerde in de zomer van 2021. Toen richtten zware overstromingen in Zuid-Limburg veel schade aan. De Oude Kerk van Valkenburg, kastelen en Romeinse resten leden zwaar. Pas toen drong tot me door - en daar was verlies van erfgoed voor nodig: het is niet een probleem van de toekomst, maar van nu.”

U schrijft dat sommige kunsthistorici en monumentenzorgers wellicht al lijden aan pre-traumatische stress, nu de klimaatverandering monumenten in hun voortbestaan bedreigt. Moeten ze allemaal in therapie?
“Dat is niet eens zo’n slecht idee”, begint Weststeijn lachend, om vervolgens serieus te antwoorden: “We hebben dringend een mentaliteitsomslag nodig, want we kunnen simpelweg niet al het erfgoed behouden. Er moet een beredeneerde keuze worden gemaakt voor wat we gaan bewaren, wat we opgeven en wat we aanpassen. Er bestaat al een fijnmazig systeem van erfgoedwaarden - denk aan uniciteit, authenticiteit en esthetiek - dat we hiervoor kunnen gebruiken. Ook dringt de vraag zich op hoe we om moeten gaan met het onvermijdbare verval: wanneer en hoe laten we sommige monumenten in ruïnes veranderen?”

 

Kan dit erfgoed ook in de toekomst behouden blijven? Glas-in-loodraam nr. 25 (16de eeuw) in de Grote Kerk van Gouda, detail met Willem van Oranje. (Afbeelding: Gouwenaar, via Wikimedia Commons)
 

Dit geldt voornamelijk voor gebouwen en landschappen. Hoe zit het met ons roerend erfgoed, zoals kunstcollecties in musea?
“Musea in het buitenland zijn hier al meer mee bezig, zoals het Louvre, dat een groot deel van zijn depot vanuit Parijs heeft verplaatst naar een hoger gelegen gebied in Noord-Frankrijk. De oude opslagkelders aan de oevers van de Seine waren te kwetsbaar voor wateroverlast als het rivierpeil stijgt. En wat hebben wij gedaan? Het splinternieuwe gezamenlijke depot van het Rijksmuseum, Paleis Het Loo, het Openluchtmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is aan de rand van Amersfoort neergezet in een polder, dus op een overstromingsgevoelige locatie! Mijn punt is dat we als kunsthistorici echt moeten nadenken over de toekomst van onze kunstschatten. Gechargeerd gezegd: anders zullen we de Gemäldegalerie in Berlijn moeten vragen om een plekje vrij te maken voor de Nachtwacht.”

Moeten we serieus al ons erfgoed en kunstschatten voor de veiligheid verplaatsen naar Duitsland?
“We zitten hier nog in de ontkenningsfase. Het idee is ontstaan dat Nederlanders de beste waterbouwkundigen ter wereld zijn en dat we leven in de best beschermde delta ter wereld. Dit maakt deel uit van onze nationale identiteit, en we proberen daarom het probleem collectief te verdringen, om het in Freudiaanse termen te zeggen. Maar de Deltawerken zijn berekend op een zeespiegelstijging van 40 cm. Volgens het gezaghebbende Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is die bescherming tegen 2100 sowieso niet meer voldoende. Het wordt de hoogste tijd om onze oogkleppen af te doen en in te zien dat er al van alles verdwenen ís. De 15de-eeuwse Vietnamese stad Hội An bijvoorbeeld, door UNESCO erkend als werelderfgoed, is sinds 2017 elk jaar onder water gelopen. We verliezen nu al oer-Hollands erfgoed: de kans op een Elfstedentocht is nagenoeg verkeken. Waarom zijn legendarische winnaars als Evert van Benthem en Henk Angenent geen klimaatactivisten geworden?.”

Zijn er ook oplossingen denkbaar?
“Ik heb hard geprobeerd om dit een boek van hoop te laten zijn. Het is inspirerend om te zien hoe mensen in het verleden op de bres zijn gesprongen voor erfgoed, bijvoorbeeld in de Tweede Wereldoorlog. Zowel geallieerden als Duitsers probeerden tijdens gevechten in Italië zo veel mogelijk de kunstschatten te ontzien. Een belangrijke les is om goed naar het oorspronkelijke gebruik en de maatschappelijke context van erfgoed te kijken. Als het verplaatsen van monumenten leidt tot verlies van maatschappelijke betekenis, kan het de juiste beslissing zijn het erfgoed over te geven aan de elementen. Heel concreet zullen we er waarschijnlijk niet aan ontkomen om één van de door UNESCO erkende erfgoedlocaties in Nederland, de Beemster, weer onder water te zetten. Buiten Europa is deze manier van denken al meer geaccepteerd. In Indonesië is de regering inmiddels begonnen met de bouw van een nieuwe hoofdstad op Borneo: het wordt op den duur ondoenlijk om het bestuurscentrum in Jakarta te houden want de stijgende zeespiegel en de regen leiden er tot grote overlast en verzakkingen.

Ook leert Azië ons anders te kijken naar het belang van de authenticiteit van het materiaal, dat we hier hoog in het vaandel hebben. In Japan echter wordt het belangrijkste Shinto-heiligdom, de Naiku-tempel in Ise, om de twintig jaar volledig herbouwd. Ik denk dat we geen andere keuze hebben dan om onze starre focus op het behouden van het oorspronkelijke materiaal los te laten. Een stap verder is digitalisering van gebouwen en locaties en deze via nieuwe technieken ‘beleefbaar’ maken: als ergens erfgoed verloren gaat, kan het verhaal erover met behulp van virtual reality toch verteld worden.”

De Bellamystraat in Amsterdam stond op 9 augustus 1951 door hevige regenval onder water. (Afbeelding: Anefo/Nationaal Archief)
 

Klimaatveranderingen hebben in het verleden ook al geleid tot het verdwijnen van beschavingen, inclusief bijbehorend verlies van erfgoed. Denk aan het Angkor-rijk in Cambodja. Is het een illusie om te hopen dat we de Amsterdamse grachtengordel of De Nachtwacht voor de eeuwigheid kunnen bewaren?
Moeten we ons erbij neerleggen? “Dit is precies de reactie die ik vaak kreeg van mijn naaste vakgenoten. Het is ook precies de reden waarom de geesteswetenschappen vaak het verwijt krijgen niet maatschappelijk relevant te zijn. Terwijl we juist ontzettend maatschappelijk relevant zullen zijn als we serieus werk gaan maken van dat selectieproces. Het grote publiek en beleidsmakers meekrijgen in bijvoorbeeld het besluit om markante oude steden zoals Gouda gedeeltelijk op te geven, wordt ongelooflijk ingewikkeld. Als beroepsgroep kunnen we beter daarop voorsorteren dan een beetje filosoferen dat verlies bij het leven hoort. Ik merk trouwens dat de jongere generatie veel beter snapt dat we de handen uit de mouwen moeten steken.”

Ik miste een hoofdstuk over de mogelijkheden die erfgoed juist biedt om ons aan te passen aan de klimaatverandering.
“Ik wilde eerst de urgentie duidelijk maken: erfgoed wordt aangetast en gaat verloren. Het boek zou zijn doel voorbijschieten als ik er te snel een positieve draai aan probeer te geven. Maar erfgoed is bij uitstek een middel om de immense schaal van klimaatverandering behapbaar te maken. Aan de ene kant heb je de kleine, dagelijkse dingen die we allemaal kunnen doen, zoals afval scheiden; aan de andere kant is er dat enorme, nauwelijks te bevatten probleem van global warming. Erfgoed zit daar precies tussenin. Enerzijds zorgt historisch erfgoed ervoor dat we in langere termijnen denken: het gaat immers per definitie over zaken die meerdere generaties overleven. Anderzijds wordt het probleem nooit zo groot dat het niet meer te overzien is. Het nadenken over de toekomst van geliefde kunst, markante gebouwen, iconische landschappen en ander historisch erfgoed geeft een heel concreet handvat om de klimaatverandering in de ogen te kijken en er zich tegen te wapenen.”

Thijs Weststeijn is hoogleraar kunstgeschiedenis voor 1800 aan de Universiteit Utrecht en leidt het onderzoeksproject ‘Histories of Global Netherlandish Art, 1550-1750’. Van hem verscheen De toekomst van het verleden. Erfgoed en klimaat (Prometheus, 2023).

Over de auteur
Jephta Dullaart is zelfstandig erfgoedprofessional. Zie voor zijn werkzaamheden Erfgoedkabinet.nl

Dit interview stond in Geschiedenis Magazine editie 1 uit 2024. Je kunt het losse nummer hier bestellen.

Delen: