Kattenvrouw
8 maart is het weer Internationale Vrouwendag. Daarom aandacht voor een bijzondere vrouw: Henriëtte Ronner-Knip (1821 – 1909). Ze was broodschilder – een ongebruikelijk beroep voor vrouwen in haar tijd. Haar schilderijen, waar 19de-eeuwse dames goud geld voor betaalden, zijn t/m 12 mei te zien in het Stedelijk Museum Vianen.
Ronner-Knip kwam uit een kunstenaarsfamilie en leerde schilderen van haar vader. Eerst maakte ze vooral taferelen van boerderijdieren en honden, maar rond 1870 stapte ze over op katten. Dit bleek een goede beslissing. In deze periode werden (ras-)katten een steeds geliefder huisdier onder rijke vrouwen. Natuurlijk wilden al deze trotse katteneigenaressen een poezenportret van Ronner-Knip. Die waren gewild omdat de schilder de individuele karakters van de poezen zo nauwkeurig wist vast te leggen op het doek. Daar had ze haar manieren voor: in haar atelier stond een poezenvitrine. Hierin mochten haar modellen een middag vertoeven terwijl ze nauwkeurig werden bestudeerd.
Haar werk werd echter niet alleen gewaardeerd door vrouwen. In 1886 kreeg Ronner-Knip voor haar 65ste verjaardag een solotentoonstelling in Rotterdam met 80 werken. Dit was erg bijzonder voor deze tijd, veel mannelijke schilders kregen die eer zelfs niet. Haar zeventigste verjaardag was voor een criticus reden om te reflecteren op haar kattenschilderijen. Hij schreef dat zij “hare katjes schilderde met eene zekerheid van toets, die geenszins aan het zwakke geslacht herinnert.” Het was vast goed bedoeld.
Over haar zekerheid van toets kunt u zelf oordelen als u haar bijzondere poezenvitrine én schilderijen gaat bekijken in Vianen.
Delen: