Cannabis in Keltische wijn

Dat in Romeinse wijn kruiden werden gemengd, is al lang bekend. De Romeinen moesten wel: de bewaring van hun wijn liet te wensen over waardoor die vaak in azijn dreigde te veranderen. Alleen met kruiden en andere additieven konden ze hun drank op smaak houden. Vandaar dat in wijnvaten restanten van onder meer koriander, kaneel, honing, hars en zelfs zeewater en kaas worden aangetroffen. De Galliërs die tijdens de laatste eeuwen voor het begin van de jaartelling massaal wijn uit de Romeinse en Griekse gebieden importeerden, deden hetzelfde. Ook zij aarzelden niet om de nodige stoffen toe te voegen.

 

 

Bij opgravingen op de site Cébazat-‘Champ Roche’ in het Franse Clermond-Ferrand werd echter een merkwaardige ontdekking gedaan. Het graf van een dertigjarige man of vrouwuit de 2de eeuw v.Chr. bevatte enkele wijnvaten, en in één daarvan trof men sporen aan van hennep of cannabis, de grondstof voor marihuana en hasj. Matthieu Poux, hoogleraar archeologie aan de Université Lyon II, gelooft dat de stof welbewust in de drank werd gekieperd. Planten met een hallucinogene werking waren tijdens de Oudheid algemeen verspreid. De dames van het orakel van Delphi gebruikten bilzekruid om in trance te komen en voorspellingen te doen. Kelten mengden dit bilzekruid door hun bier, vermoedelijk vlak voor een veldslag om de krijgers met nog meer doodsverachting te laten vechten.

Waarschijnlijk werd cannabis om dezelfde reden aan de wijn toegevoegd. Wijn wekt uit zichzelf reeds een roes op, een effect dat aan de goden werd toegeschreven. Met cannabis raakte de gebruiker nog meer in vervoering. Het geheim van de beroemde toverdrank die Asterix onoverwinnelijk maakte hebben de Kelten niet ontrafeld, maar hun cannabiswijn kwam vast aardig in de buurt.