100 jaar geleden: Troelstra ruikt revolutie!

Eind oktober 1918: in de Gelderse kazerne De Harskamp breken rellen uit. Gemobiliseerde soldaten steken uit honger en verveling hun barakken in brand. Voor Troelstra is het één van de tekenen: ook in Nederland is de tijd rijp voor revolutie!

Pieter Jelles Troelstra streefde naar een socialistische heilstaat, maar hij keurde gewelddadige staatsgrepen zoals die in Rusland in 1917 af. Hij wilde op vreedzame wijze de macht grijpen en zo zorgen voor sociale gelijkheid, inspraak voor arbeiders en nationalisatie van de economie. In het najaar van 1918 achtte hij Nederland klaar voor zo’n revolutie. Dit leidde hij allereerst af uit de sociale onrust in eigen land. Door de Eerste Wereldoorlog kon er maar weinig voedsel geïmporteerd worden en leed de bevolking van de grote steden honger. Herhaaldelijk werden er broodwagens geplunderd, waarna de troepen de orde moesten herstellen. En dan braken er dus ook nog relletjes uit in De Harskamp…

 

Troelstra1 Pieter Jelles Troelstra A Hahn
Pieter Jelles Troelstra, getekend door partijgenoot Albert Hahn in 1913 (fragment).

 

Buitenlandse inspiratie
Troelstra was niet alleen onder de indruk van de binnenlandse ongeregeldheden, maar keek ook met belangstelling naar de revolutionaire wind die door Europa waaide. Hij volgde de vorderingen van buitenlandse revolutionairen op de voet en verwachtte dat Nederland hun voorbeeld zou volgen. Hij was vooral geïnspireerd door de machtsovername door zijn Duitse geestverwanten, die hij altijd al als lichtend voorbeeld had beschouwd. Hij bewonderde de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD), omdat die op vreedzame wijze de Weimarrepubliek stichtte. Vandaar dat Troelstra zijn revolutie uitriep op 11 november 1918, kort nadat de afgetreden Duitse keizer Wilhelm II naar Nederland was gevlucht. Op een bijeenkomst van de SDAP en enkele vakbonden in Rotterdam verkondigde hij: ‘De arbeidersklasse in Nederland grijpt thans de politieke macht.’ Een dag later herhaalde hij deze boodschap in de Tweede Kamer.

Verzet uit eigen gelederen
Troelstra’s poging mislukte faliekant. Hij kreeg om te beginnen binnen zijn eigen partij veel tegenstand. De meeste leden van de SDAP-top waren gematigder dan hun leider. Zij wezen de revolutie af, nu hun jarenlange strijd voor het algemeen kiesrecht met de grondwetswijziging van 1917 eindelijk was geslaagd. Deze bestuurders namen Troelstra’s oproep dan ook niet over. Integendeel, zij verzochten de lokale partijafdelingen om rustig af te wachten tot zij op het SDAP-congres van 16 en 17 november konden overleggen hoe zij moesten reageren op de oproep van hun partijleider.

 

Troelstra6
Affiche uit 1918 door M. Thomassen

 

Geen volksopstand
De redevoeringen van Troelstra brachten ook geen volksopstand teweeg. Grootschalige demonstraties en stakingen bleven uit. Hij kon niet op de steun van het leger en de politie rekenen, wat wel noodzakelijk is wil een revolutie kans van slagen maken. Vakbonden van dienstplichtigen en van politieagenten zwoeren publiekelijk trouw aan het wettig gezag. Dit gold ook voor talloze andere contrarevolutionaire organisaties, uiteenlopend van katholieke vakbonden tot kerkbesturen. In proclamaties maanden zij de arbeiders tot kalmte en ze organiseerden massademonstraties. Zo betuigden op 18 november tienduizenden Nederlanders hun steun aan koningin Wilhelmina op het Malieveld in Den Haag.
De SDAP-leider krabbelde dan ook snel terug. Op de tweede partijcongresdag, nog geen week nadat hij de revolutie had afgekondigd, moest hij toegeven dat hij de machtsverhoudingen verkeerd had ingeschat.

De gebeurtenissen in november 1918 zijn de geschiedenisboeken ingegaan als de ‘vergissing van Troelstra’. Maar Troelstra was niet de enige die zich vergiste: veel Nederlanders dachten dat de revolutiedreiging reëel was. Waarom dachten ze dat? En wat welke maatregelen nam de gevestigde orde om een revolutie te voorkomen?

Joris Gijsenbergh vertelt het in het oktober-nummer van Geschiedenis Magazine, nu in de winkel!

Delen: