De 100-urige voetbaloorlog van '69

‘Voetbal is oorlog’ is een vaak aangehaalde apocriefe uitspraak van Rinus Michels. Veel mensen nemen het spel inderdaad erg serieus. Vooral het temperament in Latijns-Amerika is berucht. In 1969 kwam het zelfs tot een heuse oorlog. El Salvador viel buurland Honduras binnen nadat beide landen drie kwalificatieduels hadden gespeeld voor het WK voetbal in Mexico in 1970.

Luid geschreeuw
Tijdens de kwalificatieduels liepen de spanningen hoog op. De eerste wedstrijd werd op 8 juni 1969 gespeeld in de Hondurese hoofdstad Tegucigalpa. Voorafgaand aan de wedstrijd hielden Hondurese fans het elftal van El Salvador wakker met luid geschreeuw, dus het was niet geheel verrassend dat de wedstrijd met 1-0 verloren werd. De teleurstelling in El Salvador was groot: een Salvadoraanse was zelfs zo erg teleurgesteld dat ze zichzelf door haar hart schoot. Haar begrafenis werd live uitgezonden op de staatstelevisie om de bevolking op te jutten voor de tweede wedstrijd, thuis in de hoofdstad San Salvador.

Van voetbalveld naar slagveld
Het resultaat was ernaar. Het Hondurese elftal werd na aankomst beschimpt en vernederd. Tijdens het volkslied werd in plaats van de Hondurese vlag een smerige poetsdoek gehesen. De winst ging op 15 juni met 3-0 naar El Salvador en het Hondurese elftal was blij het land levend te kunnen verlaten. Op 27 juni won El Salvador met 3-2 de beslissende wedstrijd in Mexico-Stad, maar daarmee was de strijd nog niet gestreden. De Salvadoraanse regering had de kwalificatieduels niet voor niets gebruikt om de nationalistische gevoelens op te zwepen: na de overwinning op het voetbalveld lonkte de overwinning op het slagveld. Op 14 juli bombardeerden drie Salvadoraanse vliegtuigen Tegucigalpa en trok het leger Honduras binnen.

Het voetbalstadion van El Salvador waar op 15 juni 1969 El Salvador Honduras versloeg met 3-0 (Foto: mario pleitez from san salvador, el salvador [CC BY 2.0 (https://creativecommons.org/licenses/by/2.0)])
 

Grondgebied
Het voetbal vormde weliswaar een aanleiding voor de oorlog, maar de oorzaken lagen dieper en werden gevormd door landhervormingen in Honduras en demografische spanningen in El Salvador. Honduras is meer dan vijf keer zo groot als zijn buurland, maar begin jaren zestig had El Salvador bijna het dubbele inwonersaantal. In 1969 hadden inmiddels zo’n 300 000 arme Salvadoraanse boeren hun heil gezocht op onbewoonde Hondurese grond. Daarmee vormden zij ongeveer 20% van de boerenbevolking in Honduras. Dit tot ongenoegen van veel Hondurezen, die vonden dat de Salvadoranen hun bron van inkomsten inpikten.

Grenscorrecties met geweld doorvoeren
In 1963 was generaal Oswaldo López Arellano door een staatsgreep aan de macht gekomen in Honduras. Hij was op de hand van grootgrondbezitters als de Amerikaanse <c> United Fruit Company <c> (het huidige Chiquita) en voerde een nieuwe eigendomswet door. Vanaf 1967 werden met deze wetgeving in de hand duizenden illegale Salvadoraanse boeren zonder pardon het land uitgezet: tijdens de drie kwalificatieduels alleen al zo’n 17 000. Hun grond werd toegewezen aan Hondurezen en grootgrondbezitters.

Het was om die reden dat El Salvador na het winnen van het derde kwalificatieduel de diplomatieke banden met Honduras verbrak. Volgens de Salvadoraanse regering had de Honduras niets gedaan om de ‘genocide’ van Salvadoranen tegen te gaan en geen aanstalten gemaakt om de geleden schade te vergoeden. El Salvador was van zins om die schade nu zelf te compenseren door grondgebied te veroveren en meteen de al veel langer gewenste grenscorrecties met geweld door te voeren.

Overdonderd
In eerste instantie verliep de voetbaloorlog voorspoedig voor El Salvador. Het leger was beter bewapend en beter voorbereid dan het leger van Honduras. De Salvadoranen rukten snel op over de belangrijkste weg tussen San Salvador en Tegucigalpa. Volgens de Poolse oorlogsverslaggever Ryszard Kapucinski, die op dat moment in Tegucigalpa verbleef, waren de Hondurezen compleet overdonderd door de inval. Na het bombardement door de Salvadoranen werd de stad verduisterd en wachtte de bevolking angstig op de komst van het Salvadoraanse leger.

Maar na de verovering van Ocotepeque in het zuidwesten van Honduras stuitten de Salvadoranen op het eerste stugge verzet van Hondurese burgers. In combinatie met het snel verslechterende weer en chaotische bevoorrading kwam het Salvadoraanse leger al gauw tot stilstand. Zodra de eerste doden vielen, zakte de moraal snel bij de strijdende partijen.

Nationale eer?
Voor veel soldaten aan beide kanten – veelal afkomstig uit arme boerenfamilies – was ook helemaal niet duidelijk waar ze nu voor streden. Een Hondurese soldaat vertelde achteraf: ‘Wij soldaten trokken ten strijde zonder te weten waarom of waarvoor. Ze zeiden dat we de nationale eer moesten verdedigen.’ Kapuscinski belandde in de frontlinies en zag hier hoe een Hondurese soldaat het vooral belangrijk vond om laarzen van gevallen soldaten te verzamelen omdat zijn familieleden geen schoenen hadden.

Na strategische bombardementen van de Hondurese luchtmacht op Salvadoraanse olieraffinaderijen en energiecentrales was de fut er helemaal uit bij de Salvadoranen. Op 18 juli kwam na goed honderd uur een einde aan de strijd en na bemiddeling van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) werd op 20 juli officieel een staakt-het-vuren afgekondigd.

Sociale onrust
Ondanks de korte duur liet de oorlog diepe sporen na. Er waren aan beide kanten meer dan 2000 doden te betreuren. 300.000 Salvadoranen waren door het conflict van huis en haard in Honduras verdreven. Zij leefden in grote armoede in het overbevolkte El Salvador. Tegelijkertijd kondigde de OAS diplomatieke en economische sancties af. De resulterende sociale onrust leidde tot een bloedige burgeroorlog, die duurde van 1979 tot 1992.

Ook Honduras kwam niet ongeschonden uit de strijd. De verdreven Salvadoranen hadden wel degelijk bijgedragen aan de economie en hun vertrek zorgde samen met de compleet stilgevallen handel tussen beide landen voor grote economische schade en sociale onrust. Honduras strompelde van de ene naar de andere politieke crisis en is nog steeds een van de armste landen van Latijns-Amerika.

Vredesverdrag
In 1980 kwam het tot een officieel vredesverdrag, gevolgd door een verdrag over grenscorrecties in 1998. Op 10 juni 2009 stonden de elftallen van El Salvador en Honduras voor de tweede keer sinds de voetbaloorlog tegenover elkaar op het veld. Honduras won met 1-0 en mocht naar het WK in Zuid-Afrika. Wederom kwam het tot ongeregeldheden, maar ditmaal richtten de Hondurezen zich tegen hun eigen president. De grens tussen politiek en voetbal is in Latijns Amerika nog steeds dun, maar heeft vooralsnog niet meer geleid tot oorlog.

Dit artikel verscheen eerder in Geschiedenis Magazine (jaargang 49 (2014), nummer 4)

Delen: