De geschiedenis van advent

Advent is in het christendom de benaming van de aanloopperiode naar kerst. Met de eerste zondag van advent begint het kerkelijk jaar. Advent begint traditioneel met de zondag die het dichtst bij het feest van de heilige Andreas (30 november) ligt. Daarom begint het niet altijd op dezelfde datum.

De adventskleur
Tijdens advent, een woord dat in het Latijn ‘komst’ betekent, wordt vooruitgekeken naar de komst van Jezus. Met kerst komt God naar de mens toe (God is mens geworden in de gedaante van Christus). Tijdens advent moet de mens juist naar God toe komen. De gelovigen mogen in deze tijd bezinnen en nadenken. Dat dit een periode van bezinning is, wordt verduidelijkt door de paarse gewaden die de priesters in deze periode dragen. Paars is in de katholieke kerk de kleur van bezinning en bekering.

Oorsprong de advent
De precieze oorsprong van de advent is onbekend. De eerste vermelding in literatuur is in het werk van de historicus Gregorius van Tours (538-594). In dit werk blijkt dat advent in ieder geval al bestond in 480 na Christus. De precieze datum van het ontstaan van deze traditie is niet te achterhalen, sommigen menen dat de discipelen al advent 'vierden'.  Oorspronkelijk ging deze bezinningsperiode in ieder geval gepaard met vasten.

Adventstradities
Er zijn verschillende tradities die bij de advent horen. Dit zijn adventskaarsen, de adventskrans en de adventskalender. In sommige streken is de adventskalender populair. Deze begint op de eerste zondag van advent. Iedere dag heeft een soort luikje. Hierin zit bijvoorbeeld chocolade of een mooi plaatje. De adventskrans is vooral populair in Duitsland en in Scandinavië, maar is intussen ook in Nederland bekend. In zijn originele vorm had de adventskrans 24 kleine en 4 grote kaarsen. Voor elke adventszondag werd een grote kaars aangestoken, voor elke gewone dag een kleine. Zo kon bijgehouden worden wanneer het kerstmis was.

De adventsperiode is af en toe ook zichtbaar in huizen. Mensen zetten een kaarsenstandaard voor het raam met ruimte voor in totaal vier kaarsen. Elke kaars symboliseert een adventszondag. Op de laatste zondag voor kerst branden alle kaarsen in de standaard.

Dit is een bewerking van een artikel dat eerder op IsGeschiedenis is verschenen. 

 

 

Delen: