Luther & de vrouw(en)

Al decennialang woedt er een strijd over de vraag of Luthers visie op de vrouw nu positief of negatief is. Heeft de Reformatie de positie van de vrouw bevorderd of is zij er juist op achteruit gegaan omdat vrouwen van de regen in de drup, dat wil zeggen: van het klooster in het huishouden terechtkwamen? De hervormer zelf deed stellige uitspraken over het andere geslacht: ‘Onkruid groeit snel; daarom groeien meisjes sneller dan jongens.’ Aan de andere kant sprak hij zijn eigen vrouw aan met ‘mijn bazin, mijn Mozes, mijn predikante’. Herman Selderhuis onderzoekt Luthers - behoorlijk ambivalente - ideeën over de vrouw en haar positie.

Een patriarchale hervormer? 
Enkele jaren geleden lazen we thuis aan tafel een paar stukjes uit Luthers fameuze ‘Tafelgesprekken’, gesprekken die Luther aan zijn eigen eettafel voerde, opgetekend door studenten. Dit werd ook door onze kinderen gewaardeerd, tot we aankwamen bij de onkruid-opmerking. De vier dochters hadden het wel even gehad met Luther. En zij waren niet de enigen. De negatieve waardering van Luther rond dit thema is vooral op gang gebracht door een meer feministische benadering van de Reformatie en met name van het denken van Luther. De hervormer zou patriarchaal zijn en het oude beeld dat de man de baas is over de vrouw alleen maar versterkt hebben. Zijn visie op het huwelijk sloot de vrouw op in het huishouden en maakte haar slechts geschikt voor het baren van kinderen en het dienen van de man. Daartegenover staat het reeds lang gekoesterde beeld dat Luther voor een bevrijding van de vrouw heeft gezorgd. Hij heeft haar nagenoeg aan de man gelijkgesteld en ervoor gezorgd dat zij zich via het huwelijk kon ontplooien.

selderhuis 1
Dubbelportret van Maarthen Luther en zijn vrouw, Katharina von Bora. Gemaakt vier jaar na hun bruiloft in het atlier van hun vriend Lucas Cranach de Oude in 1529. Hessische Landesmuseum (Publiek Domein).

 

‘Vrouwen ontbreekt het aan kracht en aan verstand’
Zoals zo vaak bij extreme posities kloppen zij geen van tweeën en toch ook allebei een beetje. Beide stellingen gaan uit van bepaalde vooronderstellingen waarbij in de ene positie alles wat man of mannelijk is bij voorbaat verdacht is, terwijl in de andere positie Luther altijd gelijk heeft en er geen kwaad woord van hem gezegd mag worden. Probleem is dat Luther vooral gelezen wordt om te vinden wat voor het eigen standpunt bruikbaar is. Dat dit weinig met een zo zuiver mogelijke historische benadering van het thema te maken heeft, mag duidelijk zijn, maar het blijft wel merkwaardig dat beide posities met een arsenaal van Luthercitaten aan kunnen komen om het eigen standpunt te onderbouwen.

Vrouw als een spijker in de muur
Zijn visie op de vrouw blijkt al duidelijk uit het citaat over het onkruid maar nog uitvoeriger liet hij zich uit toen hij vanuit de lichaamsbouw van een vrouw conclusies trok over haar vermogens: ‘Vrouwen ontbreekt het aan sterkte en aan lichaamskracht, en aan verstand. Mannen hebben een brede borst en kleine heupen en daarom hebben ze ook meer verstand dan vrouwen, die een smalle borst hebben, brede heupen en een breed achterste. Daarom moeten ze thuis blijven, stil in huis zitten, de huishouding doen, kinderen baren en opvoeden.’ Samen met het citaat over de vrouw die is als een spijker in de muur, waarmee Luther erop doelt dat vrouwen niet veel meer doen dan thuiszitten, worden deze woorden steeds weer herhaald om te tonen hoe laatdunkend hij over vrouwen dacht. Zijn uitspraak dat vrouwen heel goed zijn in mannen bespelen door te huilen, schreeuwen en liegen, versterkt dit negatieve beeld van de misogyne Luther. In zijn ‘Tafelgesprekken’ laat hij met enige regelmaat een spottend geluid over vrouwen horen, zoals dat vrouwen veel praten maar weinig zeggen.


Hoe kunnen mensen hem dan zien als de 'bevrijder van de vrouw'? En: hoe ging hij met zijn eigen vrouw om? Lees het in de Lutherspecial van Geschiedenis Magazine in afl. 1 van 2017! 

 

 

Delen: